Opmerkelijke uitspraken van mr. van Uden
....in beide talen heel goed te zijn.
Maar de kinderen die gemiddeld of niet zo intelligent zijn.....
.. die onder 115 1q liggen om precies te zijn.
..die blijken in beide talen achter te blijven.
Dat is een normaal verschijnsel bij 2- taligheid
We kunnen dus niet zeggen dat 2- taligheid kinderen verder brengt.
Ik zei ook dat je begint met 1 taal te leren. dat is heel belangrijk.
We kunnen doen alsof doven alles kunnen 1 ding kunnen ze zo niet horen. Ze kunnen niet door rustig te spelen en rond te kijken.
Vanzelf een taal in zich openen.
Die hebben ze wel vanaf het moment dat je ze gebarentaal leert.
Vindt U dat geen argument?
Nu vraag je aan doven altijd zo'n extra spanning.
Ik begrijp U argumentatie, want die wordt vaak naar voren gebracht.
We moeten onthouden, die kinderen zijn doof.
Spreken is niet zo vanzelfsprekend als bij horende kinderen.
Nu moeten we goed op het volgende punt letten.
Liplezen en spreken met gehoorapparaat natuurlijk......
....is een ecologische functie.

Die functie kan zich alleen ontwikkelen als de omgeving...,,
Die Functie steeds uitdaagt.
Anders komt die onvoldoende op gang.
Ik vroeg me nog iets anders af
U zei dat gebaren talen niet hetzelfde kunnen als echte talen. Er is een aanwijzing om aan te nemen dat ze niet zo veel verschillenden
Kort geleden is er een onderzoek geweest.
Ze vergelijken dove baby'tjes een horende baby'tjes.
Ze maken dezelfde fases door.....
Horende baby'tjes beginnen met 'onzin' - klanken als ba ba ba.
Dove baby'tjes die door dove ouders worden opgevoed met gebarentaal.
.... beginnen met allerlei hand vormen die nog niets betekenen.
Je kunt die twee heel goed vergelijken,
De eerste woordjes en de eerste gebaartjes.
...komen op precies dezelfde leeftijd.
het is niet zo dat die 1e gebaartjes zo makkelijk te begrijpen zijn.
Als je ziet hoe die 2 gelijk opgaan zou je kunnen concluderen.
met aangeboren taal vermogen van de mens ontwikkelt zich verschillend.